LANDGOED DE HAMERT

De Hamert ies 'n natuurgebeed rónd om De Loj (Wellerlooi) in de gemeinte Baerge in Noord Limburg. De Loj (Nederlands Wellerlooi) is e dörp in 't zuie vaan de Nederlands-Limburgse gemeinte Baerge, aon de Maos, tösse Wel en Árse. De kern heet (2006) 1245 inwoeners en is daomèt de kleinste vaan de gemeinte (die Alt-Berge en Äöje neet es apaarte kerne rekent).
De Loj waor vaan oorsproonk e gehöch wat oonder de parochie vaan Wel veel. In 1894 kraog 't zien eige kèrk. De plaots kint gein neumesweedege middestand ('n frituur en 'n restaurant). Bij 't dörp zien e kamphoes en 'n camping. In de zomermaond väört e puntsje euver de Maos nao Blitterswik. Aon de noord-, oes- en zuidkant ligk 't Nationaal Park De Maasdune; 'n oonderdeil heijvaan is De Hamert.
Dao zint väöl wandelmeugelikhede. Zoa kèns se bieveurbeeld de vogelhöt bezeuke, die gelege ies aan 'n meer.
(Dit is gesjreve in 't Mestreechs en oet wikipedia. Doe maogs 't ómzètte nao 't Nederlands as te dit dialek sjpriks).


En laten we dat maar gewoon doen. Verder gaan in het Nederlands.
Landgoed de Hamert is het belangrijkste gebied van Nationaal Park de Maasduinen. De Hamert ligt tussen Arcen en Wellerlooi vlakbij de grens met Duitsland. Vanaf Nieuwegein een behoorlijke afstand en vanwege dat feit is afgesproken vroeg te vertrekken. Zes uur in de vroege morgen stond iedereen die zich had aangemeld er klaar voor. Negen personen om precies te zijn. Een route bespreken was niet nodig enkel het uitwisselen van het adres van het bekende pannenkoekhuis Jachthut op den Hamer aan de Twistedenerweg. Beide auto’s beschikten over navigatie dus dat kon niet meer misgaan. Via de A2, A15, A73 (Nijmegen, Venlo) vervolgens de N271 opgedraaid richting Wellerlooi. Een prachtig opkomend zonnetje onderweg was de eerste voorbode van een mooie dag. Een uur en een kwartier later waren we op de bestemming. Dat viel dus eigenlijk wel mee.
In eerste instantie zouden we de auto’s parkeren bij het pannenkoekenhuis maar het leek onze gids beter (als bestemmingsverkeer) direct door te rijden naar de oostkant om vanaf de Heerenvenweg een aantal vennetjes af te kijken op steltlopers. We zijn er niet op de gunstigste tijd van het jaar maar hopen toch wat soorten te zien. Kievit, groenpootruiter en kleine zilverreiger werden als eerste gespot. Wintertaling, slobeend en pijlstaart waren er ook maar allemaal in eclipskleed. Het bescheiden aanbod werd uiteindelijk nog verjaagd door een sperwer. Op een naburig vennetje werd de dodaars nog gespot en aan de waterrand een tweetal paapjes. Overvliegend de buizerd en een bruine kiekendief. Daarna zijn we doorgereden naar de noordingang.
Landgoed de Hamert is 908 ha groot en maakt deel uit van het Nationaal Park de Maasduinen, wat in zijn geheel ca. 4500 hectare groot is. Dit gebied tussen Maas en Duitse grens, omvat een breed scala aan landschapstypen: de Maasweiden, heidevelden, vennen, hoogveen, akkers. Centraal op de Hamert ligt een grote oppervlakte heide met enkele verspreide bomen en boomgroepjes. In de open terreindelen liggen verscheidene vennen. Om de heide heen liggen droge loof- en naaldbossen en het snelstromende Geldernsch-Nierskanaal met zijn beekbegeleidende vochtige bos. Door de grote verschillen in bodemgesteldheid, van vochtig tot droog en van voedselarm tot voedselrijk, heeft het gebied een grote variëteit aan flora en fauna. Maar vooral door zijn rijkdom aan amfibieën (van de 15 soorten die in Nederland voorkomen, zijn er 11 terug te vinden in dit natuurgebied) en reptielen is het gebied bekend. Ook beschikt de Hamert over archeologische vondsten zoals graven en grafheuvels en is de Hamert het enige voorbeeld in Noord-Limburg waar de vorming van het stuifduinenlandschap heel goed herkenbaar is.
De wandeling vanaf deze ingang bracht ons aan de zuidzijde van het Westmeerven waar een vogelobservatiehut ligt. Een aantal dodaarsen dobberden vredig, gescheiden door een rietkraag, voor de hut een een ijsvogel probeerde vanaf een paaltje een maaltijd te bemachtigen. Ook cirkelden er diverse libellen voor de hut langs. Groot, geel en blauw gekleurd. Een Paardenbijter???
Het volgende doel is het Pikmeeuwenwater. Normaal gesproken zouden we de wandeling van de vogelkijkhut vervolgen maar aangezien de temperatuur deze dag uitzonderlijke waarde bereikte in vergelijking tot voorgaande dagen en het geringe aanbod van vogels, besloten we terug te gaan naar de auto en naar de ingang bij het pannenkoekenhuis te rijden. Van daar zijn diverse wandelroutes uitgezet. Onder andere langs het Pikmeeuwenwater. Het eerste stuk van die wandelroute ging door het bos. Dat leverde ons soorten op als kuifmees, boomkruiper en boomklever en liet de grote bonte specht zich meerdere malen horen. Vervolgens werden we langs de bosrand geleid met aan de andere zijde een prachtig uitzicht over het heidelandschap. Roodborsttapijt en paapje waren ons deel. Ook het uitzicht op het Pikmeeuwenwater en het omliggende landschap was prachtig maar de meeuwen, zoals omschreven in de excursie aankondiging waren helaas nergens te bekennen. Niet getreurd want de indrukken van het omliggende landschap compenseerde dat gemis aardig.
Teruggekomen bij het pannenkoekenhuis hebben we nog even gekeken bij de beek die in verbinding staat met het Gelderns-Nierskanaal. Dit kanaal diende als afwateringskanaal voor de landbouw en liep vanaf Geldern (Duitsland) richting de Maas. Bij de Hamert sloot dit kanaal waarschijnlijk aan op een bestaande beek. Door de grote waterafvoer in natte perioden is deze beek zich als een sterk meanderende wildstromende bergstroom gaan gedragen en is in het dal een bos met elzen en wilgen ontstaan. Waterspreeuw en grote geel kwikstaart worden aan de beek gezien maar helaas in andere tijden van het jaar.
Een excursie naar landgoed de Hamert is zeer de moeite waard. Ook op dit tijdstip van jaar hebben we een behoorlijke verscheidenheid aan natuurschoon kunnen zien. Het aantal vogelsoorten is niet verder gekomen dan 47 maar in het voorjaar zal dat zeker met enkele tientallen vermeerderen. De wielewaal zal er dan zeker ook tussen zitten.












LANDGOED BEUKENBURG.

Zondagmorgen in alle vroegte werd bij Blokhoeve verzameld voor de excursie naar landgoed Beukenburg. De weersverwachtingen kwamen niet overeen met de voorspellingen en dat was maar goed ook. In plaats van regenachtig weer was het op dat moment zacht, rustig, droog en helder weer. Het aantal deelnemers was 11 (inclusief excursieleider en gids) waarvan 4 deelnemers voor de eerste keer meegingen. Na kennismaking (en vergeefs wachten op de 12e deelnemer) vertrokken we met een kleine vertraging richting Groenekan. We parkeerden aan de noordkant van het landgoed waar was afgesproken met onze gids Ton. Hij inventariseert al de nodige jaren in de weekenden het landgoed en gaat ons daar het nodige van laten zien. Allereerst een kleine introductie.
Landgoed Beukenburg ligt opgesloten tussen Bilthoven/de Bilt, Groenekan en Nieuwe Wetering en grenst aan de oostkant aan het bosgebied De Leyen en aan de noordkant aan De Ridderoordse Bossen. Het landgoed is circa 185 hectaren groot waarvan de helft bosgebied is. De Beukenburg vindt zijn oorsprong in de 17e eeuw. De uitgebreide landerijencomplexen waren naar verloop van tientallen jaren geschikt voor de houtproductie. In het begin van de 19e eeuw onderging het complex een complete verandering. De herenboerderij moest plaatsmaken voor een herenhuis en de inrichting van het gebied kreeg de engelse landschapstijl aangemeten. Slingerpaden, vijvers en bosschages werden het gezicht. Het herenhuis werd in de loop van die eeuw veranderd in een groot landhuis, dat uiteindelijk in het begin van de 20e eeuw, vanwege geldgebrek, werd gesloopt. Inmiddels beschikt Beukenburg weer over een landhuis. Een villa van glas, hout en koper, omringd door een droge gracht. Naar mijn mening geen visuele aanwinst voor het gebied, maar er zal wel over nagedacht zijn.
Voor wat betreft flora en fauna zal onze aandacht meer uitgaan naar de vogels in het gebied. Gelijk al bij aanvang van de excursie werden we gewezen op de grote en ovaal uitgehakte nesten van de zwarte specht. Jammer genoeg werd er geen zwarte specht in aangetroffen. Kauwtjes waren de nieuwe dankbare bewoners en eigenlijk hebben we, op één keer na, geen teken van de zwarte specht mogen vernemen. Wel liet de groene specht zijn lach een aantal keren horen en bracht de grote bonte specht, als hij zich al niet had laten zien, met regelmaat zijn roffel ten gehore.
De zangvogels lieten zich eveneens goed horen en omdat de bomen nog maar net in bloei zijn waren onze gevleugelde vrienden ook goed waar te nemen. Matkop, Kool- en Pimpelmees en neefje Zwarte Mees hebben we in de kijker gehad. Ook Roodborst, Zwartkop, Vink, Tjiftjaf, etc. waren van de partij. Leuke waarneming om apart te vernoemen was de Appelvink. Niet iedereen heeft hem gezien, daarvoor ging het te snel, maar degene die hem gezien hebben konden alle kenmerken goed zien (zoals hij in de anwb-gids staat afgebeeld). Tevens hebben we de noordse variant van de Staartmees (witkopstaartmees?) gezien.
Ook de roofvogelpopulatie is op het landgoed goed vertegenwoordigd. Ton heeft ons nesten op diverse plekken laten zien. Oude nesten die inmiddels door bijvoorbeeld Nijlgansen zijn ingenomen, maar ook nieuwe nesten zoals die van een havik. Met grote voorzichtigheid hebben we proberen waar te nemen of we daarop actie konden ontdekken. Tevergeefs, dus een volgend keer beter. Maar
een leuke vliegshow van een drietal Buizerds is op de gevoelige plaat vastgelegd en een aantal (achterblijvers) hebben een Sperwer de jacht op een duif zien inzetten.
Naast alle ornithologische aspecten hebben we ook nog een dassenburcht bekeken. Dassen worden al geruime tijd op Beukenburg waargenomen. Hun aanwezigheid is belangrijk omdat het landgoed op een ecologisch knooppunt ligt, waardoor de kans bestaat dat de das zich verder zal gaan verspreiden. Helaas (wat is helaas) werd de burcht die wij hebben gezien naar alle waarschijnlijkheid bewoond door vossen. Ook de nodige reeën hebben regelmatig ons pad gekruist.
Een prachtige ochtend, leuke waarnemingen, een goede gids, een stukje organisatie en vooral enthousiaste deelnemers. Ingrediënten voor een geslaagde excursie.

Tot ziens maar weer.