WAPSERVELD


Vergezeld door 10 zeer gemotiveerde vogelaars ben ik op weg gegaan naar het Drents-Friese landschap om een redelijk uniek natuurgebied te gaan bezoeken. In eerste instantie lag het in de bedoeling het Doldersummerveld met een bezoek te vereren, maar de plannen waren iets bijgesteld. In plaats daarvan zijn we in het naastgelegen Wapserveld geweest en daarna het Fochteloërveen.
Het Wapserveld gaan wij onder begeleiding van Rob van Es, werkzaam bij natuurmonumenten verkennen. Natuurlijk willen we gelijk de gehele vogelpopulatie zien die er in het gebied is, maar daar moeten we wat geduld voor opbrengen omdat de boswachter natuurlijk eerst wat algemene informatie aan ons kwijt wil. Het Wapserveld is net als het Doldersummerveld een vochtig heidegebied binnen het Drents-Friese wold. Het terrein wordt begraasd door schotse hooglanders en schapen die ervoor zorgen dat de heide in stand blijft. Wij komen natuurlijk voor de vogelsoorten die er zijn, zoals bijvoorbeeld de grauwe klauwier en wielewaal, maar daarnaast is er in dit gebied nog meer uitzonderlijks te zien zoals de gevlekte orchis, kleine zonnedauw, de adder en op vlindergebied is hier het zeldzame gentiaanblauwtje te vinden.
Eenmaal op weg worden de eerste soorten natuurlijk al gespot. Tapuit, roodborsttapuit, veldleeuwerik en bij een klein vennetje wat toelichting op de bloeiende waterranonkel. Wat verderop hoorden we de wielewaal zijn lied zingen en in hetzelfde bosje zat ook een paartje roodborsttapuiten met vlak daarnaast een geelgors die luidkeels de vijfde van Beethoven ten gehore bracht. Een boompieper, die het kennelijk niet leuk vond dat wij met de rug naar hem gekeerd stonden, liet zich ook horen, toonde vervolgens zijn karakteristieke “opvliegende” kunstje om daarna op een tak te gaan zitten om gefotografeerd te kunnen worden. Natuurlijk net weer te ver weg voor alle teletoeters en optische compactzoomers, alhoewel ik denk dat Cees toch een aardig plaatje moet hebben. Hij zag op een slinkse wijze kans achter een boom te komen die redelijk dichtbij kwam.
Niet veel verder werd de grauwe klauwier al gezien. We konden hem niet goed in de kijker krijgen omdat hij, zenuwachtig heen- en weervliegend, van plek naar plek vloog zonder lang genoeg te blijven zitten. Naar alle waarschijnlijkheid waren wij in de buurt van zijn nest en wilde hij ons meelokken. Dat is hem gelukt en 100 meter verder waren we dan ook in staat om deze prachtige “boef”, eindelijk stilzittend in de top van een boom, goed te kunnen bekijken. Vanaf diezelfde plek konden we nu ook het vrouwtje zien en constateerden we dat zowel het mannetje als het vrouwtje in de struik langs het wandelpad doken, wat waarschijnlijk betekende dat daar hun nest in was.
De tijd vloog voorbij. We zouden ook nog naar het Fochteloërveen gaan en hoewel we nog lang niet hadden gezien wat we wilden zien: omdraaien en naar de auto’s.

Posted by Picasa